De geschiedenis vd telefoon naar nu mobiel internetten (nostalgie)
Mijn eerste GSM als 16 jarige jongen (nu 18 jaar geleden) noemde ik mijn baksteen. De Bosch 509 gsm. Groen beeldscherm, en megazwaar en werd te warm als je meer dan 3 minuten belde….en het kostte ook nog eens 3,50 gulden per minuut om te bellen. In deze artikel even in door de geschiedenis heen hoe we hier zijn belandt….gewoon leuk voor nostalgie…
Het ontstaan van de telefoon
De telefoon is al tijden een van de belangrijkste communicatiemiddelen. Het woord telefoon stamt af van twee Griekse woorden, namelijk tele (dat ‘ver’ betekent) en phone (dat ‘geluid’ betekent). Antonio Meucci is de uitvinder van de telefoon. Hij was geïnteresseerd in alles wat met wetenschap te maken had en had een manier gevonden om ziekten te behandelen door middel van elektronische schokken.
Op een dag in het jaar 1840 was hij bezig met het voorbereiden van de behandeling van een vriend, toen hij plotseling zijn vriend in de kamer naast hem iets hoorde zeggen via een stuk koper dat tussen hen in lag. Hij had de stem van zijn vriend zonder dat koperdraad nooit kunnen horen. Op dat moment wist Meucci dat hij iets uitgevonden had dat beter was dan alle andere uitvindingen die hij tot dan toe gedaan had.
Codes
Enkele jaren bleef hij zijn uitvinding verbeteren, tot hij gewond raakte door een explosie en in het ziekenhuis belandde. Gedurende die periode startte zijn vrouw met het verkopen van zijn prototypes. Bij thuiskomst wilde hij de prototypes allemaal terug hebben, uit angst dat iemand anders er patent op zou aanvragen. Helaas wist zijn vrouw niet meer aan wie ze ze had verkocht.
Eigen gegevens bekijken
Meucci startte direct met het maken van nieuwe prototypes, maar hij was te laat. Alexander Graham Bell was hem voor geweest. Via een advocaat diende Meucci protest in. In die jaren wist de regering dat Bell de boel had opgelicht, maar deed er niets aan. Toen in 1896 Meucci overleed, werd de rechtszaak stopgezet.
De autotelefoon-netwerken
De geschiedenis van de mobiele telefoon gaat meer dan veertig jaar terug in de tijd. In de jaren vijftig werd er een semi-openbaar netwerk opgezet. Dit netwerk was slechts te gebruiken voor bepaalde groepen. Men moest in die tijd nog ‘Over!’ roepen om tussen spreken en luisteren te kunnen schakelen. Een telefoniste luisterde mee en schakelde de verbinding in de centrale om.
In de jaren zeventig werden de zogeheten autotelefoon-netwerken ontwikkeld. Hiervoor werd door de Nederlandse PTT de afkorting ATF gebruikt. ATF-1 werd in maart 1980 geïntroduceerd en was tamelijk omslachtig. Als gesprekspartner moest je namelijk weten in welk van de drie oproepgebieden in Nederland de abonnee die hij wilde oproepen zich bevond.
In het jaar 1985 werd ATF-2 geïntroduceerd. Dit werkte volgens een concept dat in Scandinavië was ontwikkeld: Nordic Mobile Telephone. Op dit netwerk konden 50.000 abonnees worden aangesloten. In Nederland zat het systeem in 1989 vol. AFT-3 was een uitbreiding van ATF-2 en trad in 1989 in werking. Vanaf toen was het mogelijk kleinere toestellen te realiseren met kleinere antennes en lagere vermogens. Ook konden er op dit netwerk meer gebruikers worden aangesloten.
Het gebruik van de autotelefoon-netwerken was in eerste instantie enkel toegestaan aan boord van een voertuig. Wie het toestel aan boord van een schip gebruikte, was dus feitelijk in overtreding. Op schepen waren uitsluitend de ‘marifoons’ toegestaan als communicatiemiddel. Het heeft jaren geduurd totdat er aan deze merkwaardige situatie een einde kwam. ATF-3 was het laatste ATF-net in gebruik en is in 1997 opgeheven.
Het GSM-netwerk
In 1993 is het GSM-netwerk geïntroduceerd. GSM staat voor Global System for Mobile Communications en wordt beschouwd als de tweede generatie mobiele telefonie (2G). Het is de meest gebruikte standaard voor mobiele telefonie ter wereld. Het aantal Nederlanders met een mobiele telefoon steeg vanaf die tijd snel. Tot die tijd was het gebruik van een mobiele telefoon voorbehouden aan zakenlieden, binnenvaartschippers en beroepschauffeurs. Tegenwoordig is bijna iedereen in het bezit van een mobiele telefoon. Het telefoneren in openbare ruimtes, treinen en auto’s is hiermee gemeengoed geworden.
Mobiele telefoons maken gebruik van elektromagnetische straling. Een antenne in een mobiele telefoon vangt deze golven op en zendt ze uit. Via antennes op gebouwen en in het landschap worden die golven opgevangen en aan satellieten doorgegeven. Deze vormen samen een netwerk.
Met het toenemen van de populariteit van de mobiele telefoon volgden al snel maatregelen tegen het telefoneren in de auto met het toestel in de hand. Ook in ziekenhuizen werd gevraagd de mobiele telefoon uit te schakelen. Medische apparatuur is tegenwoordig echter ongevoelig voor mobiele telefoons. In vliegtuigen vraagt men nog altijd de mobiele telefoon uit te schakelen. Oorspronkelijk had dit te maken met mogelijke interferentie met de elektronica in het vliegtuig, maar dit is nu geen probleem meer. Hoofdredenen zijn nu dat telefoonnetwerken daar niet voor toegerust zijn en dat veel reizigers het storend vinden om telefoons in de buurt te hebben.
In gebieden waar geen dekking via gsm netwerken is, kan telefoneren via een satellietverbinding uitkomst bieden. Er zijn verschillende systemen beschikbaar.
Sms’en
Sinds 2000 is sms’en zeer populair. Sms staat voor Short Message Service en is een dienst om met de mobiele telefoon korte berichten te versturen en te ontvangen. Oorspronkelijk was sms ontworpen als onderdeel van de gsm, maar is nu beschikbaar voor een groot aantal netwerken, waaronder UMTS. Naast het versturen van tekst kunnen sms-berichten ook worden gebruikt voor het versturen van data, bijvoorbeeld plaatjes of muziek (beltonen).
Een sms-bericht wordt vanuit de mobiele telefoon naar de berichtencentrale gestuurd. Deze slaat het op en doet vervolgens meerdere pogingen om het bericht te versturen. Na een in te stellen tijd (standaard is dit drie dagen) wordt het bericht gewist. Desgewenst kan men een bevestiging van de aflevering van het sms-bericht ontvangen van de berichtencentrale.
Naast het versturen van sms-berichten via de telefoon, is dit tegenwoordig ook mogelijk vanaf verschillende websites. Meestal is dit gratis en kan bovendien het comfortabele toetsenbord van de computer worden gebruikt in plaats van dat van de mobiele telefoon.
Hoewel het verzenden van een sms natuurlijk geld kost, is het ontvangen van berichten gratis. Voor het ontvangen van sommige sms-berichten moet wel betaald worden, het gaat dan om de zogenaamde ‘premium sms-berichten’. Kortingsacties van bedrijven die via sms worden aangekondigd kosten je als ontvanger in de meeste gevallen niets. Ook wanneer je in het buitenland een sms ontvangt van een plaatselijk telefoonbedrijf hoef je daar doorgaans niet voor te betalen.
Mensen die teveel sms-en kunnen gezondheidsklachten krijgen. Bij het sms-en wordt de telefoon in de handpalm geklemd door middel van de vingers. Met de duim van diezelfde hand wordt vervolgens het sms-bericht ingetypt. Er is sinds de komst van sms een toename van aandoeningen aan en om de duimgewrichten geconstateerd. Men spreekt ook wel van een ‘sms-duim’.
Mobiel internetten
Mobiel internet is meer dan enkel internet op de mobiele telefoon. Het betekent in principe overal en altijd online zijn, of dat nu via een laptop, PDA of mobiele telefoon is. De snelheid van het netwerk is voor mobiel internet zeer belangrijk. Het GSM-netwerk is hiervoor simpelweg niet snel genoeg. Het UMTS-netwerk biedt veel hogere snelheden, daarom zijn telecombedrijven stapsgewijs bezig dit netwerk uit te rollen. Met behulp van UMTS kan men bijvoorbeeld mobiel televisie kijken en wordt videotelefonie mogelijk.
Naast het GSM-netwerk en het UMTS-netwerk zijn er tal van andere netwerken waarop mobiel internet mogelijk is. Elk netwerk heeft zijn eigen snelheid. Deze snelheden zijn echter theoretisch en kunnen in de praktijk door verschillende oorzaken afwijken.
Naast de verschillende netwerken bieden ook WiFi en WiMax toegang tot het internet. WiFi is een draadloze breedbandnettechnologie waarbij men alleen dekking heeft in de buurt van zogenaamde ‘WiFi hotspots’. Dit kunnen bijvoorbeeld hotels, restaurants, bibliotheken en NS-stations zijn. Tegen betaling en in sommige gevallen gratis, kunnen gebruikers inloggen. De snelheid van WiFi loopt behoorlijk uiteen. Een draadloze breedbandtechnologie met een veel groter bereik dan WiFi is WiMax. In plaats van vijf meter loopt de dekking bij WiMax op tot wel vijftig kilometer. In juni 2008 had Amsterdam de primeur van een draadloos WiMax-netwerk voor consumenten.
Om mobiel te kunnen internetten heb je een laptop, PDA of mobiele telefoon nodig. Niet elke telefoon is hiervoor echter geschikt. Verder moet je een mobiele datakaart of USB-modem hebben, in het geval van een mobiele telefoon is dit niet nodig. Tenslotte heb je een abonnement nodig met mogelijkheden voor dataoverdracht.
Ontwikkelingen omtrent de gsm
De mobiele telefoon neemt tegenwoordig zo’n centrale plaats in, dat hij behoort tot de zaken die men altijd op zak heeft net zoals sleutels en een portemonnee. Om die reden zijn er ontwikkelingen gaande waarbij het mobieltje deze twee zaken kan gaan vervangen. Zo heeft digitale beveiliging de toekomst en kunnen er via de mobiele telefoon kleine betalingen worden verricht. Meer en meer zal de mobiele telefoon de portemonnee en sleutelbos dus gaan vervangen.
Je kent het wel, je bent net van huis vertrokken en kijkt op je gsm. Batterij leeg. Erg vervelend, zeker nu de mobiele telefoon zo’n centrale plaats in het dagelijks leven heeft verworven. Telefoonfabrikanten zijn het erover eens dat er één lader op de markt komt waarmee alle telefoons kunnen worden opgeladen. In heel Europa kunnen telefoons dan worden aangesloten op een mini-usb lader.
Naast de universele oplader wordt er ook een systeem ontwikkeld waarmee telefoons kunnen worden opgeladen met draadloze stroom. Magnetische velden wisselen elkaar af en laden op die manier de batterij van het toestel op. Er is dan geen lader of adapter nodig. De draadloze stroom kan via een speciale plaat het toestel bereiken. Je kunt je voorstellen dat er in bijvoorbeeld parken en andere openbare plekken van dit soort platen geplaatst kunnen worden, zodat je nooit meer met een lege batterij komt te zitten. Het is zelfs voorstelbaar dat er speciale stroompunten komen die ongeveer hetzelfde werken als gsm masten. Op den duur zou een batterij dan helemaal niet meer nodig hoeven zijn.
Mobiele telefoons worden steeds kleiner. Als je de modellen van tegenwoordig vergelijkt met die van tien jaar geleden zie je een enorm verschil in grootte. Dit jaar komen er zelfs twee telefoons op de markt die zo klein zijn dat ze in horlogeformaat worden aangeboden.
Navigeren via de gsm
Wanneer een mobiele telefoon is uitgerust met een ingebouwde GPS ontvanger, kun je ermee navigeren. GPS staat voor Global Positioning System, een netwerk van satellieten dat beheerd wordt door de 50e luchtmacht van de Verenigde Staten. Oorspronkelijk was dit netwerk uitsluitend bedoeld voor militaire doeleinden, maar een incident met een Korean Air-vlucht in 1983 leidde ertoe dat president Reagan GPS systemen vrijgaf voor civiele toepassing.
Sinds de ingebruikname van GPS is het aantal toepassingen enorm gestegen. Veel auto’s en mobiele telefoons zijn inmiddels uitgerust met GPS. Het aantal toepassingen is in een dusdanige mate gegroeid, dat de Europese Unie heeft besloten om zijn eigen systeem te lanceren. Dit systeem heeft de naam ‘Galileo’ gekregen. Op die manier is de EU op het gebied van GPS niet meer afhankelijk van de Verenigde Staten.
TomTom en Route66 brachten als eerste mobiele navigatiepakketten uit. Om aan te slaan bij het grote publiek was navigeren op de mobiele telefoon echter nog te duur. Motorola kwam in 2004 als eerste bedrijf met een succesvol model gsm met navigatie. Hiermee kwam navigeren voor iedereen binnen handbereik.
Twee jaar later volgde Nokia met een A-GPS chip in de Nokia N95. De ‘A’ staat voor ‘assisted’. Naast satellieten wordt er ook gebruik gemaakt van de masten van het netwerk en de internetverbinding om de positie te bepalen. Op die manier kan er nauwkeuriger worden genavigeerd, ook in de stad waar hoge gebouwen de verbinding met satellieten nogal eens kunnen blokkeren.
Tegenwoordig hebben de meeste high end telefoons standaard een A-GPS chip aan boord.
De smartphone
Een smartphone is feitelijk een mobiele telefoon met een processor en een besturingssysteem. Daardoor kan hij meer dan een gewone gsm. Je kunt programma’s gebruiken die normaal gesproken alleen voor PC of laptop geschikt zijn. De smart phone is al enkele jaren in ontwikkeling. Nokia bracht in 1996 de eerste smartphone op de markt, deze was speciaal bedoeld voor het zakelijke segment.
Vanwege het bedieningsgemak worden smartphones meestal bediend via een aanraakscherm (touchscreen) met een pennetje. Vaak is er ook een toetsenbordje beschikbaar met voor elke letter een aparte toets.
Nadat Nokia succes had met zijn smartphone, zijn meerdere telefoonfabrikanten zich gaan richten op het produceren van smartphones. Er zijn ook fabrikanten die enkel smartphones maken, zoals HTC, Blackberry en Palm.
De iPhone van Apple is eind 2007 op de Europese markt geïntroduceerd. De iPhone biedt de bekende functionaliteiten van de moderne smartphone, maar is uitgerust met het besturingssysteem Max OS X, een aangepaste versie van het eigen besturingssysteem van Apple.
Smartphones worden veel gebruikt om te surfen op het internet. Er zijn dan ook verschillende smartphone browsers ontwikkeld. Deze geven de verschillende internetpagina’s zo goed mogelijk weer op het smalle scherm. Hoewel sommige websites een speciaal adres hebben voor mobiele telefoons, hoeven de meeste pagina’s voor smartphones niet meer te worden aangepast.
Het gewicht van een smartphone ligt doorgaans tussen de 100 en 200 gram. Dit is iets zwaarder dan de gemiddelde mobiele telefoon en heel wat lichter dan het gemiddelde subnotebook, die tussen 600 en 1500 gram weegt.